Zorg dat de belemmeringen die er nu zijn voor selectieve inkoop van verzekeraars verdwijnen. Dat staat in een consultatiedocument van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over integrale tarieven dat zij binnenkort met haar adviescommissie bespreekt. Verzekeraars moeten kunnen kiezen bij welk ziekenhuis ze wel productie willen afnemen, en bij welk ziekenhuis niet.
De minister van VWS heeft de NZa om advies gevraagd over het integrale tarief in ziekenhuizen vanaf 2015.
De belemmeringen die er nu zijn voor verzekeraars om keuzes te maken in waar ze zorg willen inkopen en waar niet, moeten wat de NZa betreft verdwijnen. Zo is er nu per ziekenhuis nog een honorariumplafond. Daardoor zijn verzekeraars niet volledig flexibel in hun inkoop: ze moeten vanwege dat plafond soms ook niet-efficiënte zorgaanbieders contracteren, omdat per ziekenhuis de productie door die plafonds grotendeels vastligt.
De NZa stelt nu nog tarieven vast voor het loon van specialisten. Dat belemmert het ziekenhuis nu om taken van specialisten bijvoorbeeld door goedkopere medewerkers te laten doen. Door in het integrale tarief de honoraria vrij onderhandelbaar te maken, kunnen verzekeraars nog beter sturen op de kosten en hoeveelheid behandelingen van ziekenhuizen.
Alleen zorginstellingen kunnen straks bij verzekeraars zorg declareren, medisch specialisten declareren bij het ziekenhuis. Ook de honoraria in het kleine deel van de ziekenhuiszorg waar vaste prijzen gelden, het A-segment, worden vrij onderhandelbaar tussen het ziekenhuis en de specialist. De NZa bepaalt straks tarieven voor het A-segment. Instellingen onderhandelen zelf, al dan niet met de verzekeraar, over welk deel van dat tarief naar het ziekenhuis gaat en welk deel het loon voor de specialist is.
In het advies stelt de NZa voor het totaalbudget van ziekenhuizen en medisch specialisten, de macrokaders, samen te voegen. Als dit macrokader overschreden wordt, dan kan de minister dat geld met het macrobeheersingsinstrument bij het ziekenhuis terughalen. Het ziekenhuis en de specialisten kunnen de korting onderling verrekenen.
Aanvullende bevoegdheden AMM
Aandachtspunt bij het invoeren van integrale tarieven is de regiomaatschap van medisch specialisten die steeds vaker voorkomt in Nederland. De NZa heeft een studie laten verrichten door iBMG naar de omvang en gevolgen van het vormen van regiomaatschappen. Want, als die marktmacht hebben en zich dus onafhankelijk van het ziekenhuis kunnen gedragen, kan dit bij integrale tarieven een probleem opleveren in de onderhandelingen. De maatschappen kunnen bijvoorbeeld hoge tarieven vragen en de verzekeraar heeft dan geen andere keuze voor een andere aanbieder in de buurt.
De NZa en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hebben nu al middelen om in te grijpen bij marktmacht en kartelvorming. De NZa adviseert de minister om de bevoegdheden van de NZa uit te breiden zodat zij effectiever tegen de maatschappen kan optreden. Zo zouden in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) ook maatschappen als zorgaanbieder moeten worden aangemerkt en wil de NZa de bevoegdheid om maatschappen in een uiterste geval te ontbundelen.
De ACM heeft een document opgesteld met de belangrijkste vragen en antwoorden over hoe zij tegen regiomaatschappen en samenwerking met ziekenhuizen aankijkt.
De vaste adviescommissie van de NZa bespreekt het advies over integrale tarieven op 20 juni. Daarna neemt de Raad van Bestuur van de NZa een definitief besluit. Het rapport van iBMG en de brief aan de minister over regiomaatschappen zijn al definitief en hiernaast te downloaden.